In steeds meer landen maken sporters gebruik van de kennis die sportpsychologen in huis hebben. Waar sporters in Amerika en Australië al langere tijd de kennis uit de sportpsychologie omarmen, zie je ook steeds meer aandacht komen in de Europese landen. Met name in de sporten die minder moeite hebben om te moderniseren, zoals hockey en triatlon. Maar ook steeds meer in de wat conservatievere sporten zoals tennis en voetbal. Tennis is een sport waarbij actieve momenten vaak worden afgewisseld door passieve momenten. Daarom leent deze sport zich uitstekend voor mentale training om zodoende de prestatie te bevorderen. Waarom twijfelen zoveel tennissers dan nog?
Wie de laatste tijd Roland Garros heeft gevolgd heeft waarschijnlijk opgemerkt dat de spelers nauwelijks voor elkaar onder doen qua fitheid en technische slagen.

“Oude rotten” in het vak, zoals Tommy Haas en Tommy Robredo, bezitten naast het technische arsenaal een uitmuntende fysieke conditie. Waardoor ze beide in de kwart finale van Roland Garros staan. Maar wat ze nog meer kenmerkt als topspelers is hun enorme mentale weerbaarheid. Beide zijn enorm goed in het omgaan met tegenslagen en zich kunnen blijven focussen op datgene wat ze moeten doen, in plaats van op allerlei randzaken die hun spel negatief beïnvloeden. Veel journalisten van verschillende kwaliteitskranten is dit ook opgevallen.
Hebben Nederlandse toptennissers mentale training nodig?
Een mooi voorbeeld hiervan zijn de wedstrijden van de Nederlandse tennissers op Roland Garros. De sportjournalist van de Volkskrant volgde Roland Garros op de voet en schreef een aantal kritische artikelen over de Nederlandse tennissers. Volgens de journalist liet Robin Haase zich in de tweede ronde het kaas van zijn brood stelen door de provocaties van de Poolse Jerzy Janowicz.
Arantxa Rus weet niet meer hoe ze moet serveren. De nummer 1 van de Nederlandse dames Kiki Bertens heeft te vaak onrust in haar hoofd waardoor ze niet structureel kan presteren. En Thiemo de Bakker is nog steeds aan het zoeken naar de juiste structuur van zijn profcarrière. Allemaal aspecten waar een sportpsycholoog ideaal van pas zou komen, die echter niet wordt ingeschakeld door de meeste van hen.
De vraag van de tennissers is of de investering in mentale training zich terug betaalt in betere prestaties. Kiki Bertens heeft meerdere malen openlijk toegegeven veel baat te hebben van de mentale training en –begeleiding. Arantxa Rus blijft echter steken bij een goedbedoelde maar weinig effectieve schop onder de kont van de coach.
Mentale weerbaarheid maakt het verschil tussen toptennissers
Niet alleen de Nederlandse tennissers worden kritisch gevolgd door de pers. Andy Murray is elk jaar weer aan de orde van de dag in het Verenigd Koninkrijk. Zeker wanneer Wimbledon weer bijna begint, en met name zijn mentale weerbaarheid is jaren een gespreksonderwerp geweest. Nu hij met zijn nieuwe coach aan de slag is gegaan oogt de Schot veel rustiger en zelfverzekerd, waardoor zijn prestaties ook enorm zijn verbeterd.
De Franse tennissers kregen er in een artikel van langs door de toernooi directeur van het Franse Open. Die stelde dat de Franse toppers altijd subtoppers zullen blijven als ze niet aan hun mentale vaardigheden gaan werken. Het vergt mentale sterkte om een Grand Slam te winnen. En die bezitten de Franse tennissers niet. Althans volgens de toernooi directeur.
In interviews met toppers als Novak Djokovic, Rafael Nadal en Roger Federer komt dan ook steevast naar voren dat de mentale kracht het verschil maakt tussen de topspelers en de wat lager gerangschikte spelers.
De vraag is natuurlijk of mentale weerbaarheid te trainen is. De wetenschappelijke literatuur toont aan van wel. Nu nog het geloof van de trainers en de sporters die baat bij mentale training kunnen hebben.
Geef een reactie