Stel je het volgende eens voor. Je staat op de baan en voelt, nadat je hebt geserveerd, een stekende pijn in je schouder. Je denkt dat je even door de pijn heen moet bijten en gaat door met spelen. De pijn blijft echter aanhouden en wordt steeds erger naarmate je blijft spelen. Op een gegeven moment gaat het niet langer en je besluit op te geven door deze tennisblessure. En voor je het weet kom je bij de dokter, die je vertelt dat het herstel zes maanden gaat duren. Was je maar eerder gestopt, want dan had je je seizoen misschien nog kunnen redden…
Professionele tennissers krijgen dit scenario vaker te horen dan ze lief is. Zij staan immers iedere dag op de tennisbaan en trainen hard. Ze zijn in staat om door een pijngrens heen te gaan als ze het zwaar hebben.
Kijk bijvoorbeeld naar Rafael Nadal die een paar keer voor lange tijd geblesseerd is geweest. Hij is in staat om in een wedstrijd zich alleen maar te concentreren op zijn geest in plaats van zijn vermoeide lichaam. Zo heeft hij menig wedstrijd gewonnen. Anderen hebben de pijn verbeten en hebben toch op moeten geven, omdat ze te geblesseerd zijn geraakt om door te gaan.
Verschil tussen goede pijn en slechte pijn
Het is alom bekend bij tennissers dat een bepaalde ongemak of pijn te verwachten is en onderdeel uitmaakt van een succesvol trainingsprogramma. Pijn betekent niet altijd dat er blessures aan het opkomen zijn. Voor groei in spiermassa is vaak een trainingsvorm nodig die de spier uitput en resulteert in brandende spieren. Verzetten van fysieke grenzen gaat ook vaak gepaard met vermoeide spieren en verzurende pijn achteraf.
Soms worden de prestaties ook verhoogd bij het doorbreken van een pijngrens, maar dan is de pijn nog te controleren door de sporter en resulteert niet in een tennisblessure. Deze pijn heet ook wel prestatiepijn (‘performance pain’). Als de pijn niet meer te controleren is en de oorzaak is van de verslechterde prestaties, is er sprake van blessurepijn (‘injury pain’). Bij het ervaren van deze soort pijn is het verstandig om meteen te stoppen. Als je doorgaat met spelen, is dat gevaarlijk.
Herken de signalen van een tennisblessure
Spieren, pezen, kraakbeen en botten zijn levend weefsel en reageren op stress van inspanning geleidelijk aan. Als ze te veel of te snel stress te verduren krijgen, kunnen ze beginnen te falen. Dit resulteert in pijn dat een mogelijk tennisblessure aankondigt.
Goede spierpijn begint een paar uur na inspanning en is het hoogst zo’n twee dagen later. Heb je spierpijn tijdens de inspanning of zijn je spieren opgezwollen na inspanning dan kan dit duiden op een tennisblessure.
Pijnlijke pezen zijn vaak resultaat van ontstekingen. Tendinopathie ontstaat meestal gedurende inspanning en kan aanhouden zelfs na de training of wedstrijd. De pijn van een springersknie is voornamelijk zorgwekkend als het aanhoudt ook buiten tennis, bijvoorbeeld bij traplopen of opstaan van de bank of een stoel.
Ook botten hebben even tijd nodig om te wennen aan stress dat veroorzaakt wordt door een nieuwe soort inspanning. Eerste reactie is pijn langs het bot. Heb je pijn ook ‘s nachts of ben je gedwongen anders te bewegen door de pijn, dan is dat een sterk teken van een tennisblessure. Ook kraakbeen is natuurlijk vatbaar voor slijtage. Wees vooral bewust van zwellingen. Deze geven aan dat er vocht is in het gewricht, wat weer aangeeft dat kraakbeen wellicht beschadigd is.
Conclusie
Wees dus alert in een wedstrijd met wat voor pijn je te maken hebt! Kan de pijn je prestaties verhogen, of heb je te maken met een blessure? Maak een afweging en wees vooral zuinig op je lichaam. En onthoud natuurlijk: blessures voorkomen is beter dan genezen!
Laat me weten of jij weleens geblesseerd bent geraakt en hoe je daarop reageerde! Dit doe je door hieronder een reactie te plaatsen!
Slim Tennis biedt een lijst van tennisblessures aan, met uitgebreide instructies over behandeling en genezing. Bekijk het hier! Of bezoek de webshop voor producten die je helpen om naar je lichaam te luisteren en blessures te voorkomen.
Geef een reactie